Onze eerstejaars krijgen, in het kader van onze projectmatige aanpak Talent+, een vak getiteld “geostory”. De naam doet al veel vermoeden, het is een samensmelting van “geo”, met name aardrijkskunde en “story”, met name geschiedenis. De inleiding van de cursus luidt als volgt:
“Deze geostory is het verhaal van hoe de aarde en het leven erop samenhangt en hoe onze kennis van die aarde onze eigen geschiedenis als soort een heel pak duidelijker maakt.
Ga mee met ons op ontdekkingsreis doorheen tijd en ruimte, waar de ene periode nog boeiender is dan de andere en schrijf mee aan ons hoofdstuk dat voorlopig het laatste is doorheen het verhaal…totdat de tijd ons inhaalt en de toekomst het heden wordt….”
In het eerste jaar worden de vakken aardrijkskunde en geschiedenis dus als een clustervak gegeven, aangezien de link tussen beide vakken heel logisch is en tot boeiendere inzichten kan leiden dan wanneer ze los van elkaar aangeboden worden.

Op dit moment gaat het in de les geostory over het thema “Tijd en ruimte”. In dit thema gaan de leerlingen onderzoeken hoe de mens de geschiedenis heeft ingedeeld in tijd en hoe we hebben geprobeerd de geschiedenis te oriënteren in de ruimte. In de lessen geostory oefenen de leerlingen een reeks vaardigheden die ze nodig zullen hebben om onderzoeken te doen. In dit thema leren ze hoe ze een landkaart moeten bestuderen, hoe ze landschappen en voorwerpen moeten observeren, hoe ze bronnen moeten bestuderen en hoe ze anderen er iets belangrijks over kunnen vertellen en hoe ze naar bronnen moeten verwijzen. Verder leren ze hoe in de geschiedenis systemen worden gebruikt om de gebeurtenissen in het verleden beter te ordenen. We leren ordenen volgens tijd (wanneer), socio-economische organisatie (golven), ruimte (waar) en domein (waarover).